Schrijven is net tuinieren
Opzouten met die criticus op je schouder die je stijl maar banaal vindt, je woordkeuze voor de hand liggend, je verhaallijn te mager. Vertel een verhaal eerst aan jezelf en daarna pas aan een ander*. Sommige waarheden zijn waardevoller dan andere, deze is onbetaalbaar. Slinger soepel die intrige, die romance, dat misverstand vanuit je toetsenbord op je scherm. Totdat je alles (en de rest) wat in je zat, eruit hebt gegooid. Tot alle plantjes in je border staan En het tijd wordt voor het herschrijven (jawel!) oftewel tuinieren. En laat ik nu ongelooflijk ervan houden mijn vingers zowel over mijn toetsenbord te laten bewegen als in de grond te steken.
Fijnere snoeiwerk
Een boek schrijf je eerst voor jezelf, daarna geef je de criticus op je schouder alle ruimte. Laat het grote tuinieren maar beginnen. Eerst hark je het zwerfafval weg: een personage dat het verhaal in de weg staat of bij nader inzien ongelooflijk saai blijkt, een gebeurtenis die niks teweeg brengt, een locatie die er met de haren is bijgesleept. Vervolgens zet je de schop in de aarde. Op de ene plek graaf je af, op de andere plek mag er wel iets bij. Het fijnere snoeiwerk zorgt er niet alleen voor dat onkruid verdwijnt, het geeft zicht op de mooie bloemen die in een patroon blijken te staan. En dan maar mesten.
Beste plek in de border
Net als met tuinieren, houdt het herschrijven nooit op. Er steekt altijd wel weer ergens onkruid de kop op. De zorgvuldig geselecteerde plant die hartje zomer rood zou bloeien tot anderhalve meter in de halfschaduw, blijkt eerder een roze struikgewas dat het helemaal niet naar zijn zin heeft op zijn stekkie achterin de border. Waar kies je voor? Verplaatsen of weggooien? Een bijfiguur waar je zo van hield elimineren omdat hij het verhaal verstoort? Of hij is wellicht eerder of later in je boek veel beter op zijn plek?
Doorspitten, aanharken, genieten van je tuintje
Een tuin is nooit af, maar op een gegeven moment stop je met herschrijven. Vaak weet je zelf heel goed wanneer dat moment gekomen is. Het verhaal wordt er niet beter meer op of je bent de wanhoop nabij (of allebei). Dan is het zaak een hovenier te arrangeren. Eentje die jouw tuintje deskundig onder handen neemt. Mijn drie delen in de feelgoodserie Campinggeluk werden stevig doorgespit door Luitingh Sijthoff bureauredacteur Rianne Koene waarna eindredacteur nog even aanharkte. Schrijven is tuinieren, een verhaal groeit als een tuintje in je hoofd. Geniet ervan, ook al valt het je soms zwaar.
*Stephen King in ‘On Writing’