‘Ik bepaal gewoon alles wat er gebeurt.’ Aldus mezelf. Ik werd geïnterviewd door Nobel van de Schoot (13) voor een werkstuk voor Nederlands. Hoe word je schrijver en waarom schrijf je wat je schrijft? Nobel registreert gortdroog wat haar oren horen. Lees maar!

1. Welke studie heb je gedaan om schrijver te worden?
“Ik heb Nederlands gestudeerd, maar eigenlijk heb je geen studie nodig om schrijfster te worden. Vooral aanleg
hebben en interesse hebben in schrijven. Van lezen leer je veel, want je leert dan veel van die boeken die je leest.
In andere boeken lees je ook wat leuk is om te lezen.”

2. Waar begin je mee als je een boek wilt schrijven?
“Je moet eerst een idee hebben. Niet alle ideeën die ik heb zijn leuk. Eerst begin ik met een idee in mijn hoofd. Na een tijd vind ik het idee stom of ga het weer leuk vinden. Op een gegeven moment word het echt een leuk idee. Dan denk ik hier ga ik een boek over schijven.”
– Dus je moet eerst een goed idee hebben?
“Ja. Eerst een goed idee hebben. Er moet altijd een conflict zijn in een boek en die moet opgelost worden.”
– Hoelang duurt het voordat je echt kan beginnen met het schrijven?
“Sommige schrijvers die denken gewoon 50 jaar na over een idee. Maar bijvoorbeeld een collega schrijver van mij die bedenkt iedere week een idee. Schrijver zijn is ook echt haar werk. Het boek dat ik nu aan het maken ben, heb ik eigenlijk in een paar weken bedacht.”
– Waar gaat het boek over wat je nu aan het schrijven bent?
“Het gaat over een jonge vrouw die een stomme vriend heeft. Daar gaat ze bij weg. Ze gaat boven een café wonen. In dat café zijn allemaal leuke mensen die haar tips gaan geven.”
– Eigenlijk een soort Friends?
“Ja eigenlijk een soort Friends.”

3. Waarom heb je voor het genre Feel-good gekozen voor je boeken?
“Ik denk niet dat ik er zelf voor heb gekozen, maar ik denk dat het mij heeft gekozen. Ik kan namelijk niets anders. Ik
ging zitten en schrijven en ik dacht dit is feel-good.Ik lees het zelf ook heel graag. Ik denk dat ik wel 3000 feel-good
boeken gelezen heb. Ik lees elke week minimaal 1 boek.”

4. Welke boeken lees je zelf graag?
“Ik lees heel veel feel-good, maar ik lees ook heel veel verschillende boeken. Toen ik acht was had ik de bibliotheek
al uit. Ik ging stiekem volwassen boeken lezen, want dat mocht eigenlijk niet. Geschiedenisboeken vind ik heel leuk
om te lezen. Wat ik echt verschrikkelijk vind om te lezen is sciencefiction. Maar zelfs daar heb ik heel veel boeken
van gelezen. Ik was een keer op vakantie en toen had ik al mijn boeken uit, maar de buurman die was dol op sciencefiction. Die had 8 sciencefiction boeken mee dus die heb ik ook alle 8 gelezen. Ik lees gewoon heel snel, omdat
ik al mijn hele leven lees.”
– Hoe lang doe je erover om een boek te lezen?
“Een middag. Vroeger toen ik klein was ging ik gewoon ‘s ochtends naar de bieb en ‘s middags bracht ik ze terug. In
groep acht hadden we een boekenkast in de klas en toen had ik eerst alle Dolle Tweeling boeken gelezen en heb
ook alle Arendsoog boeken gelezen. Maar het was altijd de vraag of ik nog wat nieuws uit de kast kon vinden. Mijn
moeder zei vaak dat ik wat moest gaan doen, want mijn moeder was zelf erg bewegelijk. Het lijkt een beetje op wat
je nu hebt met series kijken. Ik wilde gewoon in een andere wereld duiken. Je kan in een boek zelf je fantasie gebruiken.
Ik wil ook niet weten hoe de karakters er uitzien. Dat verzin ik liever zelf in mijn hoofd.”
– Je leest dus ook geen boeken met plaatjes?
“Ik lees NOOIT boeken met plaatjes. Ik las ook nooit stripboeken. Ik wist al toen ik 4 was dat ik schrijver wilde worden.
Ik heb altijd geschreven. Ik kan ook alleen dit goed.”

5. Is er iemand een voorbeeld voor je als het gaat om schrijven?
“Ja, de schrijver van Bridgerton; Julia Quinn. Zij is mijn absolute heldin. Zij schrijft over een gezin met 8 kinderen en
elk boek gaat over een kind. Maar alle verhalen van de broers en zussen lopen in de andere boeken door op een
hele mooie manier. Heel knap gedaan. Ik denk dat ze ze als een soort puzzel uit elkaar geeft gehaald en in alle boeken
heeft verdeeld. Het eerste en tweede deel van mijn boeken Campinggeluk heb ik opnieuw moeten schrijven
voordat ik de derde kon maken.”
– Denk je dat ze bij series boeken het helemaal van tevoren bedacht hebben?
“Dat moet wel, dat kan toch niet anders. Het kan wel, maar dan gebeurt er iets in het eerste deel dat dan niet meer
terugkomt in de andere delen. Ik hou niet van makkelijke boeken, want sommige van die feel-good schrijvers schrijven
heel saai en dan doe ik dat boek gelijk weg.”
Dus feel-good hoeft niet heel makkelijk te zijn?
“Ja precies. Dat je een andere wereld ontdekt. Dat doet die Julia Quinn die laat je de oude tijd zien.”

6. Waar haal je de inspiratie vandaan voor je boeken?
“Ik haal overal inspiratie vandaan. In gewoon alles wat ik meemaak of wat ik lees. Bijvoorbeeld dit interview. Inspiratie komt en gaat. Soms heb je geen inspiratie en soms heel veel.”
– Heb je wel is een black-out?
“Dat heb ik niet echt maar soms dan vind je je ideeën heel stom dus dan moet je effe afstand nemen.”

7. Baseer je de personages in je boeken op mensen om je heen?
“Ja, zeker maar niemand herkent zich hoor. Mijn man herkent wel heel veel ook uitspraken van mensen die ik er
in stop. Ik ben altijd verbaasd dat mensen zich niet herkennen. Ik pas wel alles aan maar er komen altijd wel stukjes
in. Ik heb een vriendin en ik heb haar wel eens gezegd dat ze mijn mijn boeken eens wat beter moet lezen.
Zij is heel extreem. Als iets tegen zit gaat ze schreeuwen. En die is gewoon te leuk om te laten liggen. Zij zit in al mijn campingboeken, maar zelf ziet ze het niet. Vooral heel veel uitspraken van mensen komen in het boek.”
– Kom jezelf ook voor in je boek?
“Nee, ik vind mezelf helemaal niet interessant.”
– Dus je ben niet zelf de hoofdpersoon?
“Nee, dat klopt. Ik heb wel een enorme hekel aan van die miepen die zo zitten te zeuren over dat het leven zo
zwaar is. Dus mijn hoofdpersonen zullen dat nooit zijn, ik hou wel van een beetje stevige dames. De dame nu die
nu de hoofdrol in mijn boek heeft, die durf nog niet zo veel, maar die laat ik natuurlijk heel stoer worden. Ik kan
gewoon alles bedenken in het boek. Ik bepaal wat iedereen doet en zegt.”
– Jij bepaalt het leven in het boek.
“Ik bepaal het leven in het boek. Ik zit de hele dag dat leven te bepalen. Ik voel me een soort God in mijn kamertje
die aan alle touwtjes trekt. Mijn jongste zoon heeft in de kroeg gewerkt waar het boek wat ik nu aan het schrijven
ben op gebaseerd is.”

8. Denk je dat je ook een ander genre boeken wil/gaat schrijven?
“Ja, ik ga een kinderboek schrijven hierna. Ik heb hem al helemaal bedacht. Ik heb eerst dat caféboek en dan
komt er een hotelboek dat is een vervolg op het caféboek. Dan ga ik een kinderboek schrijven en daar heb ik heel
veel zin in.”

9. Moeten je boeken, van je uitgever, aan bepaalde voorwaarden voldoen?
“Ja, ik zit bij een uitgeverij voor feel-good. Er mogen best wel wat rottige dingen gebeuren, maar het moet altijd
goed eindigen.”
– Het moet altijd goed eindigen?
“Ja”

10. Jij interviewt zelf ook vaak mensen, hoe vind jij dat om te doen?
“Leuk, want ik ben super nieuwsgierig. Ik mag alles aan iedereen vragen. Dat vind ik heel fijn, maar dat doe ik in
het normale leven ook. Ik vraag altijd alles aan iedereen. Meestal geven mensen op alles antwoord, want mensen
vinden het heel leuk als je geïnteresseerd bent. Ik sta nooit uit ik doe altijd ideeën op. Maar mensen die zelf ideeën
voor een boek aan mij vertellen, zijn echt saai.”
– Ideeën die mensen expres vertellen die gebruik je niet, maar mensen die het per ongeluk vertellen die gebruik
je wel?
“Ja, heel goed dat is precies hoe het werkt.”

11. Bonusvraag: Ik moet dit interview verwerken tot een artikel, heb je nog tips voor me?
“Ik zou het artikel in 10 stukjes hakken om het te verdelen. De vraag zo kort mogelijk opschrijven. En stiekem willen
alle docenten Nederlands een boek schrijven. Probeer het interview zo snel mogelijk uit te schrijven, want
dan weet je nog wat leuk is. Het leuke is dat je het zelf kan bepalen. Je krijgt wel een opdracht, maar je mag het
zelf invullen.”